Minister Hoekstra van Financiën informeert de Tweede Kamer in een kamerbrief over de uitkomsten van onderzoek door de AFM naar risico’s op het gebied van consumptieve kredietverlening en de doelstellingen en vervolgstappen.
In de kamerbrief staan de volgende beleidsdoelstellingen voor consumptief krediet. 1. In de leenomgeving worden consumenten door aanbieders niet gestuurd in de richting van een hoger leenbedrag en/of een langere looptijd. 2. Lenen voor consumptieve uitgaven is niet iets vanzelfsprekends; aanbieders zetten niet het beeld neer dat dit wel zo is. 3. De leenomgeving wordt door aanbieders zo ingericht dat consumenten zich realiseren dat ze een krediet afsluiten met terugbetalingsverplichting en (rente)kosten. Een van de vervolgstappen is dat zal worden bekeken of er alternatieven zijn voor de waarschuwing Let op! geld lenen kost geld. Tevens is het de bedoeling dat de gedragscodes consumptief krediet worden aangepast. Daarnaast moet beter worden gewaarborgd dat krediet dat wordt aangeboden passend is bij de situatie van de klant en het bestedingsdoel. Bron: www.rijksoverheid.nl
0 Kommentare
Per 1 januari 2019 wordt de Vrijstellingsregeling Wft gewijzigd. Vanaf dat moment volgt uit de Vrijstellingsregeling Wft dat aanbieders van krediet die kosteloos uitstel van betaling verlenen aan een consument met betrekking tot een krediet dat niet onder de Wet op het financieel toezicht valt (1:20 Wft) geen vergunning nodig hebben voor het aanbieden van krediet en ook de Wft-gedragsregels niet hoeven toe te passen. Deze aanbieders kunnen wel de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten in rekening brengen.
Ook bemiddelaars die kosteloos uitstel van betaling verlenen van een bestaande vordering hebben geen vergunning nodig en de Wft gedragsregels zijn niet op deze bemiddelaars van toepassing. De reactie van Trivvy advocatuur op de aan de wijziging voorafgaande consultatie kunt u hier lezen. Bron: Staatcourant 2018, 38961. Inwerkingtreding artikel II Besluit uitvoering verordening financiële benchmarks per 1 juli 2018.1/7/2018 Per 1 juli 2018 is artikel II van het Besluit uitvoering verordening financiële benchmarks in werking getreden.
Deze inwerkingtreding is van belang voor kredietaanbieders die een rente aanbieden die gekoppeld is aan een benchmark zoals Euribor en voor kredietbemiddelaars die in deze kredieten bemiddelen. In dat geval gelden aanvullende informatieverplichtingen. De consument moet geïnformeerd over de naam van de benchmark en de beheerder daarvan, alsmede over de mogelijke gevolgen voor de consument, Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft is als volgt gewijzigd: In artikel 51b is het volgende ingevoegd: Indien kredieten worden aangeboden die een debetrentevoet gebruiken die gebaseerd is op een benchmark als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel 3, van de verordening financiële benchmarks: de namen van de benchmarks en de beheerders daarvan, alsmede de mogelijke gevolgen voor de consument;. In artikel 112 is het volgende ingevoegd: De aanbieder of de bemiddelaar, indien de kredietovereenkomst tot stand is gekomen door tussenkomst van een bemiddelaar, anders dan als nevenactiviteit, verstrekt in aanvulling op de informatie, bedoeld in het eerste lid, de naam van de benchmark en de beheerder daarvan, alsmede de mogelijke gevolgen voor de consument, indien de kredietovereenkomst is afgesloten na 30 juni 2018 en een debetrentevoet gebruikt die is gebaseerd op een benchmark als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel 3, van de verordening financiële benchmarks. Bron: Staatsblad 2017, nr. 400. De AFM heeft een rapport gepubliceerd: Leengedrag onder de loep.
In het rapport zijn omstandigheden beschreven die het keuzegedrag van consumenten kunnen beïnvloeden in verband met consumptief krediet. Uit het bericht en het rapport blijkt onder meer dat de AFM het wenselijk acht dat de standaardkeuze die online wordt gegeven geen krediet is, waarbij specifiek wordt gewezen op de telecomsector. Ook komt in het rapport onder meer (weer) terug dat het krediet in het belang van de klant moet zijn en daarom moet aansluiten op het bestedingsdoel. Bron: www.afm.nl De EBA guidelines on remuneration policies and practices related to the sale and provision of retail banking products and services / Richtsnoeren inzake het beloningsbeleid en de beloningspraktijken in verband met de verkoop en verstrekking van retailbankproducten en -diensten zijn in werking getreden per 13 januari 2018. De richtsnoeren zijn relevant voor banken, kredietverstrekkers, kredietbemiddelaars, betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen.
Uit de richtsnoeren volgt de opzet voor het beloningsbeleid, de documentatieplicht en de interne goedkeurings- en controleprocedure. Bron: www.eba.europa.eu. Voor 2018 zijn de volgende wijzigingen belangrijk voor kredietverstrekkers:
The EBA published today its annual consumer trends report for 2017.
The Report covers the retail banking products that fall in the EBA's consumer protection mandate, including mortgages, personal loans, deposits, payment accounts, payment services and electronic money. Source: www.eba.europa.eu Per 1 januari 2017 zijn de volgende wijzigingen van belang voor kredietverstrekkers en kredietbemiddelaars:
Onderzoeksrapport AFM over effectiviteit kredietwaarschuwing "Let op! Geld lenen kost geld"6/12/2016 De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft een onderzoeksrapport gepubliceerd over de effectiviteit van de waarschuwing ‘Let op! Geld lenen kost geld in kredietreclames. De waarschuwing heeft geen onmiddellijk effect op het gedrag en de houding van consumenten wanneer zij online een lening afsluiten.
Bron: www.afm.nl De AFM heeft een leidraad gepubliceerd over Consumenten en Incassotrajecten waarin wordt beschreven wat de door de AFM gewenste aanpak is voor kredietaanbieders bij betalingsachterstanden.
De AFM publiceert het rapport ‘Consumentengedrag op de markt voor consumptief krediet’.
In het rapport staat welke factoren volgens de AFM een rol kunnen spelen bij de keuzes van consumenten bij het afsluiten van een lening (consumptief krediet). Het is de bedoeling van de AFM dat marktpartijen hierop in spelen. Het wetsvoorstel consumentenkredietovereenkomsten, goederenkrediet en geldlening is aangenomen en gepubliceerd in het Staatsblad (2016, 360).
Geen gedragscode en geen vrijstelling van de Wet op het financieel toezicht voor de telecomsector.13/4/2016 Uit een kamerbrief van 13 april 2016 blijkt dat het overleg met de telecomsector over het opstellen van een gedragscode niet heeft geleid tot een gedragscode en vrijstelling van de Wet op het financieel toezicht.
De Wet op het financieel toezicht blijft van toepassing op de telecomsector. De minister heeft aangegeven dat de AFM, voor zover nodig, zal kunnen gaan aansturen op de naleving van de regels die uit de Wet op het financieel toezicht volgen. Dat de Wet op het financieel toezicht van toepassing is heeft een grote invloed op deze markt. Uitgangspunt is dat het verstrekken van een telefoon - waarbij die telefoon gedurende de abonnementsperiode (in termijnen) wordt betaald - wordt aangemerkt als "krediet" in de zin van de Wet op het financieel toezicht. Hiervoor is in beginsel een vergunning nodig en er zijn diverse gedragsregels van toepassing. Er zijn in dit verband twee belangrijk uitspraken van de Hoge Raad. Uit de eerste uitspraak bleek dat er sprake was van kredietverstrekking. De Hoge Raad heeft kort gezegd bepaald dat waar telecomaanbieders “gratis” telefoons in combinatie met een telefonieabonnement hebben aangeboden, er sprake was van (i) koop en verkoop op afbetaling in de zin van art. 7A:1576 e.v. BW; (ii) een krediettransactie in de zin van de Wck; en (iii) een kredietovereenkomst in de zin van art. 7:57 BW, voor wat betreft het onderdeel van de overeenkomst dat zag op de aankoop van de telefoon. Uit de tweede uitspraak volgt wat de (civiele) gevolgen zijn. Dit komt erop neer dat de consument de telefoon terug zal moeten geven en dat de bedragen die voor de telefoon/het krediet zijn betaald niet door de consument verschuldigd zijn. Het wetsvoorstel consumentenkredietovereenkomsten, goederenkrediet en geldlening (34442) is ingediend bij de tweede kamer.
De AFM heeft in januari de agenda 2016-2018 gepubliceerd en heeft op 25 maart 2016 een nadere invulling van deze agenda gepubliceerd:
https://www.afm.nl/nl-nl/professionals/nieuws/2016/mrt/activiteitenkalender Uit de agenda voor 2016 – 2018 van de AFM en de nadere invulling daarvan volgen enkele speerpunten en activiteiten waaronder de volgende:
De AFM verwijst in de agenda naar het “Programma Innovatie en Fintech”. Het programma heeft als doel om te zorgen dat de AFM technologische innovatie in de financiële sector accommodeert, voor zover deze bijdraagt aan een duurzaam financieel welzijn in Nederland. Tevens zorgt het programma dat de risico’s, die gerelateerd zijn aan deze innovaties, worden geadresseerd. Het programma richt zich op de volgende activiteiten: • Overzicht creëren van innovatieve en fintech-concepten en impact op de sector en de AFM in kaart te brengen. • Innovatieve spelers accommoderen door knelpunten te adresseren en (onnodige) drempels te verlagen. • Het wettelijk kader en interpretaties passend maken. • De AFM-organisatie voorbereiden op de snel veranderende marktomstandigheden. Voor de nadere invulling van de activiteiten voor Fintech klik hier. Bron: website AFM (agenda en nadere invulling agenda) |
Archives
Mei 2024
Categories
Alles
|