Onder crowdfunding wordt veelal iedere vorm van het aantrekken van gelden via internet bij een grote groep personen verstaan. Bij crowdfunding is dan ook over het algemeen sprake van een grote groep van investeerders/uitleners, een geldnemer en een internetplatform.
De geldnemer haalt – via het crowdfunding platform – een bedrag op bij de groep van investeerders/uitleners. Om een bedrag op te kunnen halen, verstrekt de geldnemer op het platform informatie over onder meer het bestedingsdoel (het project) en over de geldnemer. Investeerders kunnen zich vervolgens via het platform inschrijven voor een investering in het desbetreffende project. Als er voldoende investeerders zijn gevonden – het project is “volgeschreven” – , komt een overeenkomst tot stand tussen de geldnemer en de investeerders. De geldnemer krijgt een rechtstreekse relatie met de investeerders en de investeerders lopen een rechtstreeks risico met betrekking tot de geldnemer. De rol van het platform kan verschillen, maar bestaat meestal uit het bij elkaar brengen van partijen, het organiseren van de contracten en de geldstromen (via bijvoorbeeld een stichting derdengelden). Ook geeft het platform een risicoklasse aan per project.
Belangrijk is dat - afhankelijk van de vormgeving van crowdfunding - crowdfunding vaak gereguleerd is. Crowdfunding valt dan onder de Wet op het financieel toezicht en het platform heeft in dat geval te maken met de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Als er bijvoorbeeld via het platform leningen worden verstrekt aan bedrijven is in de meeste gevallen een ontheffing nodig van de AFM. Ook kan een vergunning nodig zijn voor het verlenen van beleggingsdiensten. Dat betekent dat de bedrijfsvoering van het platform zal moeten voldoen aan wet- en regelgeving.
De crowdfunding verordening treedt in werking per 10 november 2021. Indien een crowdfunding platform al actief is op basis van een nationale regeling, geldt een overgangsregeling van 1 jaar, zodat de vergunning op basis van de crowdfunding verordening moet zijn verkregen voor 10 november 2022.
De geldnemer haalt – via het crowdfunding platform – een bedrag op bij de groep van investeerders/uitleners. Om een bedrag op te kunnen halen, verstrekt de geldnemer op het platform informatie over onder meer het bestedingsdoel (het project) en over de geldnemer. Investeerders kunnen zich vervolgens via het platform inschrijven voor een investering in het desbetreffende project. Als er voldoende investeerders zijn gevonden – het project is “volgeschreven” – , komt een overeenkomst tot stand tussen de geldnemer en de investeerders. De geldnemer krijgt een rechtstreekse relatie met de investeerders en de investeerders lopen een rechtstreeks risico met betrekking tot de geldnemer. De rol van het platform kan verschillen, maar bestaat meestal uit het bij elkaar brengen van partijen, het organiseren van de contracten en de geldstromen (via bijvoorbeeld een stichting derdengelden). Ook geeft het platform een risicoklasse aan per project.
Belangrijk is dat - afhankelijk van de vormgeving van crowdfunding - crowdfunding vaak gereguleerd is. Crowdfunding valt dan onder de Wet op het financieel toezicht en het platform heeft in dat geval te maken met de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Als er bijvoorbeeld via het platform leningen worden verstrekt aan bedrijven is in de meeste gevallen een ontheffing nodig van de AFM. Ook kan een vergunning nodig zijn voor het verlenen van beleggingsdiensten. Dat betekent dat de bedrijfsvoering van het platform zal moeten voldoen aan wet- en regelgeving.
De crowdfunding verordening treedt in werking per 10 november 2021. Indien een crowdfunding platform al actief is op basis van een nationale regeling, geldt een overgangsregeling van 1 jaar, zodat de vergunning op basis van de crowdfunding verordening moet zijn verkregen voor 10 november 2022.