De implementatie van de vierde en de vijfde anti-witwasrichtlijn
J.M. van Poelgeest, De implementatie van de vierde en vijfde anti-witwasrichtlijn, Onderneming en Financiering 2017 (4), p. 46-62.
De vierde anti-witwasrichtlijn (richtlijn 2015/849) is in werking getreden. De vierde anti-witwasrichtlijn diende uiterlijk 26 juni 2017 te zijn geïmplementeerd. De vierde anti-witwasrichtlijn hangt samen met de verordening betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie (verordening 2015/847). Er is een voorstel gepubliceerd voor de vijfde anti-witwasrichtlijn.
In verband met de implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn en om uitvoering te geven aan de verordening wijzigt onder meer de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (de Wwft).
In dit artikel wordt bekeken wat de belangrijkste wijzigingen zijn als gevolg van de implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn en de implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden. Hierbij wordt beoordeeld wat de impact van de wijzigingen kan zijn voor de instellingen die onder het bereik van de Wwft vallen en wat deze instellingen dienen te doen in verband met de wijzigingen van de wetgeving.
Hierbij wordt eerst ingegaan op de uitbreiding van het toepassingsbereik van de regelgeving. Vervolgens bespreek ik de additionele, althans gewijzigde verplichtingen die voor de instellingen gelden door de wijzigingen in de regelgeving, waarbij ik in zal gaan op (i) het gewijzigde beleid wat instellingen nodig (zullen) hebben, waaronder de bijbehorende aanvullende maatregelen die moeten worden genomen, en (ii) de wijzigingen in het risicogebaseerde cliëntenonderzoek dat moet worden verricht door instellingen. Hierbij zal ik vervolgens specifiek de wijzigingen met betrekking tot het vereenvoudigde en verscherpte cliëntenonderzoek, de uiteindelijk belanghebbende(n) (UBO) en de politiek prominente personen bespreken. Tevens komt aan de orde dat de maatregelen die kunnen worden genomen door toezichthouders wijzigen en tot slot volgt een conclusie.
In verband met de implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn en om uitvoering te geven aan de verordening wijzigt onder meer de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (de Wwft).
In dit artikel wordt bekeken wat de belangrijkste wijzigingen zijn als gevolg van de implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn en de implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden. Hierbij wordt beoordeeld wat de impact van de wijzigingen kan zijn voor de instellingen die onder het bereik van de Wwft vallen en wat deze instellingen dienen te doen in verband met de wijzigingen van de wetgeving.
Hierbij wordt eerst ingegaan op de uitbreiding van het toepassingsbereik van de regelgeving. Vervolgens bespreek ik de additionele, althans gewijzigde verplichtingen die voor de instellingen gelden door de wijzigingen in de regelgeving, waarbij ik in zal gaan op (i) het gewijzigde beleid wat instellingen nodig (zullen) hebben, waaronder de bijbehorende aanvullende maatregelen die moeten worden genomen, en (ii) de wijzigingen in het risicogebaseerde cliëntenonderzoek dat moet worden verricht door instellingen. Hierbij zal ik vervolgens specifiek de wijzigingen met betrekking tot het vereenvoudigde en verscherpte cliëntenonderzoek, de uiteindelijk belanghebbende(n) (UBO) en de politiek prominente personen bespreken. Tevens komt aan de orde dat de maatregelen die kunnen worden genomen door toezichthouders wijzigen en tot slot volgt een conclusie.
de_implementatie_van_de_vierde_en_vijfde_anti-witwasrichtlijn.pdf |