U mag wel iets later betalen. De goederenkredietovereenkomst en de gevolgen van het niet in acht nemen van de regels.
J.M. van Poelgeest, U mag wel iets later betalen. De goederenkredietovereenkomst en de gevolgen van het niet in acht nemen van de regels. Financieel Recht in de Praktijk, 2016/4, p. 41-45.
In de markt is enige ophef ontstaan over het verstrekken van krediet voor de aankoop van goederen en/of diensten. Het verstrekken van producten die – feitelijk – in termijnen worden betaald is kredietverstrekking. Met alle gevolgen van dien. Moeten alle aanbieders een AFM vergunning aanvragen of gaat de consument voortaan gewoon meteen betalen?
Aanleiding voor de ophef over het verstrekken van krediet voor de aankoop van goederen en/of diensten is onder meer een tweetal uitspraken van de Hoge Raad uit 2014 en 2016. In de uitspraak van 2014 bevestigde de Hoge Raad dat ook bij het verstrekken van goederen in combinatie met een abonnement – waarbij de goederen feitelijk in termijnen worden betaald – sprake is van krediet. In de uitspraak van 2016 gaat de Hoge Raad in op de civielrechtelijke gevolgen indien de civielrechtelijke regels voor kredietverstrekking niet in acht zijn genomen.
In de telecomsector was het gebruikelijk om een telefoon aan te bieden in combinatie met een abonnement waarbij de telefoon in termijnen kon worden betaald. In verband met de uitspraak van de Hoge Raad van 2014 is de telecomsector in overleg getreden met de minister om te komen tot een (al dan niet gedeeltelijke) vrijstelling van de Wet op het financieel toezicht (Wft) met betrekking tot kredietverstrekking waarbij een gedragscode zou worden opgesteld. Recent is echter gebleken dat er geen vrijstelling komt voor de telecomsector en/of voor “kleine” goederenkredieten. Dat betekent dat de telecomsector dus ook onder de Wft valt en dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) hierop, na afloop van een overgangstermijn, zal gaan handhaven.
Niet iedereen blijkt zich bewust te zijn geweest van het feit dat diverse regels gelden voor het verstrekken van goederenkrediet en/of in welke gevallen er sprake is van het verstrekken van krediet. Dit geldt ook voor het bieden van de mogelijkheid van uitstel van betaling en voor het verstrekken van “gratis” goederen in combinatie met een abonnement voor bepaalde diensten.
In iedere situatie waarbij een consument de mogelijkheid krijgt om op een later moment of in termijnen te betalen voor goederen en/of diensten zijn er zowel vanuit publiekrechtelijk als civielrechtelijk oogpunt diverse regels die van toepassing worden. Hierbij kan gedacht worden aan de traditionele vorm van kredietverstrekking: de consument leent een geldbedrag waarmee de consument goederen of diensten kan kopen (een geldkrediet). De consument betaalt de geldverstrekker periodiek of ineens het geleende geld terug, vermeerderd met rente. Daarnaast kan gedacht worden aan de situatie dat de consument de goederen of diensten (alvast) geleverd krijgt en hij de leverancier op een later moment of in termijnen mag betalen.
Het aanbieden van krediet is op dit moment actueel in de telecomsector, maar is zeker ook in andere sectoren een aandachtspunt. Hierbij kan gedacht worden aan producten die door bijvoorbeeld energiebedrijven en uitgeverijen zijn of worden aangeboden in combinatie met een abonnement, die (mogelijk) feitelijk in termijnen zijn/worden betaald. Ook in winkels met bijvoorbeeld elektronica, witgoed, auto’s, fietsen, keukens of badkamers wordt regelmatig krediet aangeboden.
Van belang is dat een beroep op de consumentenbeschermende kredietbepalingen in strijd kan zijn met de redelijkheid en billijkheid. Zie hierover Hof Den Haag, 5 september 2017 , ECLI:NL:GHDHA:2017:2465.
Aanleiding voor de ophef over het verstrekken van krediet voor de aankoop van goederen en/of diensten is onder meer een tweetal uitspraken van de Hoge Raad uit 2014 en 2016. In de uitspraak van 2014 bevestigde de Hoge Raad dat ook bij het verstrekken van goederen in combinatie met een abonnement – waarbij de goederen feitelijk in termijnen worden betaald – sprake is van krediet. In de uitspraak van 2016 gaat de Hoge Raad in op de civielrechtelijke gevolgen indien de civielrechtelijke regels voor kredietverstrekking niet in acht zijn genomen.
In de telecomsector was het gebruikelijk om een telefoon aan te bieden in combinatie met een abonnement waarbij de telefoon in termijnen kon worden betaald. In verband met de uitspraak van de Hoge Raad van 2014 is de telecomsector in overleg getreden met de minister om te komen tot een (al dan niet gedeeltelijke) vrijstelling van de Wet op het financieel toezicht (Wft) met betrekking tot kredietverstrekking waarbij een gedragscode zou worden opgesteld. Recent is echter gebleken dat er geen vrijstelling komt voor de telecomsector en/of voor “kleine” goederenkredieten. Dat betekent dat de telecomsector dus ook onder de Wft valt en dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) hierop, na afloop van een overgangstermijn, zal gaan handhaven.
Niet iedereen blijkt zich bewust te zijn geweest van het feit dat diverse regels gelden voor het verstrekken van goederenkrediet en/of in welke gevallen er sprake is van het verstrekken van krediet. Dit geldt ook voor het bieden van de mogelijkheid van uitstel van betaling en voor het verstrekken van “gratis” goederen in combinatie met een abonnement voor bepaalde diensten.
In iedere situatie waarbij een consument de mogelijkheid krijgt om op een later moment of in termijnen te betalen voor goederen en/of diensten zijn er zowel vanuit publiekrechtelijk als civielrechtelijk oogpunt diverse regels die van toepassing worden. Hierbij kan gedacht worden aan de traditionele vorm van kredietverstrekking: de consument leent een geldbedrag waarmee de consument goederen of diensten kan kopen (een geldkrediet). De consument betaalt de geldverstrekker periodiek of ineens het geleende geld terug, vermeerderd met rente. Daarnaast kan gedacht worden aan de situatie dat de consument de goederen of diensten (alvast) geleverd krijgt en hij de leverancier op een later moment of in termijnen mag betalen.
Het aanbieden van krediet is op dit moment actueel in de telecomsector, maar is zeker ook in andere sectoren een aandachtspunt. Hierbij kan gedacht worden aan producten die door bijvoorbeeld energiebedrijven en uitgeverijen zijn of worden aangeboden in combinatie met een abonnement, die (mogelijk) feitelijk in termijnen zijn/worden betaald. Ook in winkels met bijvoorbeeld elektronica, witgoed, auto’s, fietsen, keukens of badkamers wordt regelmatig krediet aangeboden.
Van belang is dat een beroep op de consumentenbeschermende kredietbepalingen in strijd kan zijn met de redelijkheid en billijkheid. Zie hierover Hof Den Haag, 5 september 2017 , ECLI:NL:GHDHA:2017:2465.
u_mag_wel_iets_later_betalen._de_goederenkredietovereenkomst_en_de_gevolgen_van_het_niet_in_acht.pdf |