Poortwachters in onrustig vaarwater; enkele actuele ontwikkelingen op het gebied van witwasbestrijding
A.B. Schoonbeek en J.M. van Poelgeest, Poortwachters in onrustig vaarwater; enkele actuele ontwikkelingen op het gebied van witwasbestrijding, Tijdschrift voor Sanctierecht en Onderneming 2018, p. 79-86.
Begin van dit jaar verscheen in de pers dat een Nederlandse grootbank, naar aanleiding van een viertal witwas- en corruptieaffaires, door de autoriteiten verplicht wordt inzage te geven in toekomstige integriteitsrisico’s.[1] Dit past in een tendens in de witwasbestrijding. Witwasbestrijding kent twee aanknopingspunten. Allereerst het aanpakken van degenen die zich schuldig maken aan witwasmisdrijven. Daarnaast richt deze zich op partijen die (onbedoeld) betrokken zijn bij witwassen en hierdoor witwassen faciliteren. Die laatste partijen zijn de zogeheten poortwachters. Dit zijn de instellingen in de zin van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Deze groep is eenvoudiger te beïnvloeden nu zij in de regel juist compliance-gericht is. De bedoeling van de anti-witwasregels is dat poortwachters ervoor zorgen dat hun dienstverlening niet wordt misbruikt voor witwassen. Dit heeft hoge prioriteit bij de autoriteiten die betrokken zijn bij de witwasbestrijding.[2] Gelet op de niet afnemende (inter)nationale aandacht voor witwasbestrijding, gaan de ontwikkelingen op dit gebied snel. Daarbij wordt verwacht van poortwachters dat zij proactief witwasrisico’s in kaart brengen. Actuele ontwikkelingen duiden erop dat de eisen op het gebied van witwasbestrijding voor poortwachters strenger worden, dat de groep poortwachters wordt uitgebreid en dat ook niet geschroomd wordt om poortwachters bestuurs- of strafrechtelijk aan te pakken. Het doel van dit artikel is het bespreken van een aantal actuele ontwikkelingen op dit gebied. Wij gaan eerst in op de belangrijkste wijzigingen als gevolg van de vierde en vijfde anti-witwasrichtlijn. Vervolgens bespreken we ontwikkelingen op het gebied van de meldplicht. We sluiten af met een slotbeschouwing.
[1] Zie onder meer het artikel ‘OM eist zicht op nieuwe frauderisico’s bij ING’ in Financieele Dagblad d.d. 27 februari 2018, te raadplegen via https://fd.nl/ondernemen/1241982/om-eist-zicht-op-nieuwe-frauderisico-s-bij-ing.
[2] Zie o.a. Toezicht Vooruitblik 2018 van DNB, waarin is vermeld: “DNB zet zich in om de sector effectief te laten functioneren in haar rol als poortwachter op het gebied van het voorkomen van financieel-economische criminaliteit.” In de agenda 2018 van de AFM is vermeld: “Overtredingen inzake financieel-economische criminaliteit en niet-integer gedrag worden tegengegaan of gestopt doordat vergunninghouderhouders de risico’s in kaart hebben gebracht en juiste beheersmaatregelen treffen. Hiermee kan witwassen, terrorismefinanciering (…) worden tegengegaan.” Deze publicaties zijn gepubliceerd op de websites van DNB en de AFM.
[1] Zie onder meer het artikel ‘OM eist zicht op nieuwe frauderisico’s bij ING’ in Financieele Dagblad d.d. 27 februari 2018, te raadplegen via https://fd.nl/ondernemen/1241982/om-eist-zicht-op-nieuwe-frauderisico-s-bij-ing.
[2] Zie o.a. Toezicht Vooruitblik 2018 van DNB, waarin is vermeld: “DNB zet zich in om de sector effectief te laten functioneren in haar rol als poortwachter op het gebied van het voorkomen van financieel-economische criminaliteit.” In de agenda 2018 van de AFM is vermeld: “Overtredingen inzake financieel-economische criminaliteit en niet-integer gedrag worden tegengegaan of gestopt doordat vergunninghouderhouders de risico’s in kaart hebben gebracht en juiste beheersmaatregelen treffen. Hiermee kan witwassen, terrorismefinanciering (…) worden tegengegaan.” Deze publicaties zijn gepubliceerd op de websites van DNB en de AFM.
artikel_poortwachters_in_onrustig_vaarwater.pdf |