Noot bij uitspraak over het aanbieden van krediet zonder vergunning. Interpretatie van het begrip krediettransactie.
J.M. van Poelgeest, noot bij Rechtbank Rotterdam 26 april 2012, JOR 2012/287.
In deze zaak gaat het om de Autoriteit Financiële Markten (AFM) opgelegde last onder dwangsom gericht op het beëindigen van het aanbieden van consumentenkrediet zonder vergunning. De vraag die in deze zaak aan de orde wordt gesteld is of er sprake is van krediet in het geval van een bedrijfsvoering die erop is gericht dat een consument een vordering op een derde (de werkgever) cedeert voor een koopprijs die lager is dan het bedrag van de (loon)vordering, De koper/kredietverschaffer profiteert van het (positieve) verschil tussen de koopprijs en de incasso-opbrengst, zonder last te hebben van de beperkingen die op basis van art. 34 e.v. Wet op het consumentenkrediet en artikel 115a van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft gelden voor maximale rente die in rekening mag worden gebracht en de vergunningplicht voor het aanbieden van krediet van artikel 2:60 van de Wet op het financieel toezicht.
noot_bij_uitspraak_over_het_aanbieden_van_krediet_zonder_vergunning_en_interpretatie_van_het_begrip_krediettransactie.pdf |